HOOFDSTUK 3: OORZAKEN  (2, 3, 4, 8, 9, 10, 15, 18, 22, 23, 27, 63, 67, 68, 69, 70, 75, 86)

Tot nu toe is het nog onbekend hoe pre-eclampsie ontstaat. Dat neemt niet weg dat reeds veel bekend is over het pathofysiologisch mechanisme dat ten grondslag ligt aan deze aandoeningen. Onderzoek op dit vlak is in volle ontwikkeling.

Verschillende hypothesen worden gesteld.

Aangenomen wordt dat de placenta hierbij een cruciale rol speelt, omdat in vrijwel alle gevallen het ziektebeeld na de geboorte in ernst afneemt en volledig verdwijnt.

Een hypothese is dat het probleem begint bij een abnormale interactie tussen placenta en moeder waardoor een absolute of een relatieve bloeddoorstromingsstoornis optreedt. De zwangerschap eist namelijk een aanzienlijke aanpassing van de bloedsomloop: het bloedvolume neemt met bijna de helft toe, terwijl tegelijk de bloeddruk toch enigszins daalt. Bij pre-eclampsie gebeurt dit niet. Het bloedvolume blijft kleiner dan wenselijk en de bloedvaten trekken samen, waardoor de bloeddruk stijgt.

De oorzaak van deze abnormale verschijnselen is niet gekend, maar het heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met een abnormale aanleg van de bloedvaten op de plaats waar de moederkoek aan de baarmoeder vastgehecht is. Bij pre-eclampsie zouden de spiraalarteriƫn (arteriƫn aan moederszijde die uitmonden in de placenta) niet goed ontwikkeld zijn waardoor de doorbloeding van de placenta ook niet goed gebeurt.

Bovendien zou het endotheel (het cellaagje dat de bloedvaten aan de binnenkant bekleedt) daardoor beschadigd zijn en niet goed werken. Men vermoedt dat het stoffen afscheidt die de normale aanpassing van de bloedsomloop aan de zwangerschap tegengaan.
De gebrekkige aanpassing van de bloedsomloop leidt tot een lagere doorbloeding van de moederkoek, de nieren, de lever en de hersenen. Hierdoor raakt de werking van deze organen langzaam ontregeld, wat allerhande problemen doet ontstaan.

Mogelijk is de groei van placentaweefsel gestoord door een soort auto-immuunreactie van de zwangere vrouw op antigenen van de aankomende vader.

Ook zijn er aanwijzingen dat erfelijkheid een rol speelt: zo komt het in bepaalde families voor dat zowel moeder als dochter in hun eerste zwangerschap pre-eclampsie ontwikkelen. In 2005 werd door onderzoek van de VU Medisch Centrum in Amsterdam een gen gelocaliseerd dat voor het ontstaan van pre-eclampsie verantwoordelijk kan zijn.

Maak jouw eigen website met JouwWeb